Hoe werk je samen aan curriculumvernieuwing?

Door Rianne Neering, Hanneke de Graaff

Bij curriculumvernieuwing zijn we geneigd om te focussen op wat we gaan vernieuwen of verbeteren. Maar het is minstens zo belangrijk om bezig te zijn met hoe dat verbeteren of vernieuwen in z’n werk gaat. Uit onderzoek van onder anderen Daan Van Knippenberg[1] is gebleken dat teams die samenwerken aan innovatie, kunnen komen tot waanzinnige resultaten. Het woord ‘kunnen’ is hier essentieel, want hoe die samenwerking wordt ingericht, maakt nogal verschil.

In deze blog nemen we je mee in het hoe van werken in teams en wat dat kan opleveren.

 

Tien jaar geleden

Apetrots stonden we met ons team een jaar of tien geleden te genieten, vlak nadat De Challenge Duurzaamheid in de Werkspoorkathedraal te Utrecht ten einde was. De opluchting en energie voelden goed. Leerlingen hadden lopen stralen en juryleden stonden nog na te kletsen in een grote kring. Ze waren lyrisch geweest over de ideeën van de leerlingen en de opzet van de dag. U in de Wijk Kanaleneiland van RTV Utrecht kwam langs en maakte een mooie reportage.

Onze interesse in curriculumvernieuwing ontstond een jaar eerder, door een opmerking van leerling Tycho: “Ik ken mijn school niet meer, ik ben naar UniC gekomen vanwege het uitdagende onderwijs. Nu wordt het te saai, te gewoon.” Hij werd bijgevallen door groepsgenoten.

Dus huurden we met de vakgroep maatschappij een ruime zolderkamer in de stad (de school betaalde), lieten ons door een design cyclus leiden door onze collega Jelmer Evers, zorgden voor lekker eten, zochten naar inspirerende bronnen, legden een netwerk aan door bijna obsessief overal visitekaartjes te vragen en regelden een toffe locatie voor de presentaties. Zo ontwikkelden we de Challenges.

De Challenges zijn nu vast onderdeel van het curriculum op UniC en worden voortdurend doorontwikkeld. Vakgroep Natuur heeft eigen Challenges ontwikkeld. Het doel is gebleven om kinderen in contact te brengen met de wereld en te ervaren hoe je de wereld kan beïnvloeden. Zo heeft docent geschiedenis Jeske Weerheijm initiatief genomen om met de huidige vakgroep Maatschappij de Challenge Burgerlijke Ongehoorzaamheid te ontwikkelen. Vroege Vogels van NPO radio 1 maakte een reportage.

Gezien het effect op leerlingen, de reikwijdte en de continuïteit van het vak, kunnen we zeggen dat de innovatie ‘Leerlingen blijvend uitdagen’ is geslaagd.

Wat maakt nu dat deze curriculumvernieuwing duurzaam is geland op UniC?

We hadden natuurlijk mazzel dat we mondige leerlingen hadden, een schoolleiding hadden die ons veel vrijheid gaf, dat onze collega zich een slag in de rondte las over innovatie en dat we een vrij divers team hadden.

 

Synergie

In onze ogen is echter het belangrijkste ingrediënt, dat we een hecht team hadden en dat het vanzelfsprekend was dat we samenwerkten. We zagen en bevroegen elkaar elke dag, we vertrouwden en stimuleerden elkaar. We hadden gezamenlijk een werkwijze omarmd, namelijk Design Thinking (DT). DT gaf ons het vertrouwen dat we wel ergens zouden komen, al wisten we nog niet waar. We kregen energie van onze samenwerking.

Veel mensen kennen dat gevoel wel – je werkt samen en het loopt lekker, er is een hoop energie en er volgen mooie resultaten. Het smaakt naar meer, het samenwerken in dit dreamteam! Barua en Paulus[2] noemen dit verschijnsel synergie en leggen uit wat het is: de meerwaarde van samenwerking, voortgebracht uit cognitieve of sociale stimulatie door groepsprocessen.

Dat is een tekst om over te struikelen. Simpeler gezegd: als er op gunstige wijze kennis en energie worden uitgewisseld in een groep, dan kan er synergie ontstaan en dan is de opbrengst van die groep meer dan de som der delen. Het gaat hier niet om de aanvullende eigenschappen van groepsleden, maar echt om de interactie tussen de groepsleden. De manier waarop men samenwerkt is dus bepalend voor het wel of niet ontstaan van synergie.

 

Hoe stimuleer je synergie bij docententeams?

Hieronder geven we vijf tips voor lerarenteams en schoolleiders om synergie te bevorderen door de manier waarop er wordt samengewerkt. Daarmee kunnen onderwijsinnovaties in scholen beter slagen.

1. Zorg dat glashelder is WAAROM de innovatie nodig is

Om tot een innovatie of verandering te komen moet de urgentie gevoeld worden. De urgentie kan pas gevoeld worden als de gewenste situatie helder geformuleerd is.[3] Om te voorkomen dat je gaat innoveren om het innoveren, moet je elkaar grondig bevragen op waarom het belangrijk is, tot er een duidelijk en onderbouwd verhaal staat over het beoogde effect op de leerling, de school en de maatschappij als geheel.

Wij hadden de luxe dat onze leerling Tycho de urgentie samen met zijn medeleerlingen helder naar voren bracht. Mocht je dit geluk niet hebben, dan is het handig om wensen van leerlingen actief te verzamelen. Zorg daarbij voor een setting die veilig en uitnodigend is, zodat leerlingen ook echt het achterste van hun tong durven laten zien.

Goede innovaties gaan altijd over het effect op mensen: ze gaan uit van een ‘human centered approach’. Het beoogde effect op mensen is de basis van een goede ontwerpvraag. En die heb je nodig om gezamenlijk energiek aan de slag te gaan.

2. Zorg voor een vaste én afwisselende werkwijze

Zoals eerder gezegd, is vertrouwen in een team essentieel om creatief te kunnen zijn. Het gaat hierbij om vertrouwen in elkaar, het vertrouwen dat respectvol met ideeën wordt omgegaan en dat het proces iets op zal leveren. Zonder vertrouwen geen synergie. Een vaste werkwijze helpt om dit vertrouwen te laten groeien. Het maakt dat er tempo in het ontwerpproces komt, dat mensen samen weten wat ze kunnen verwachten, zodat de denk-energie naar de nieuwe ideeën kan vloeien. Juist hierom werken scholen met vormen van scrum. Het risico hierbij is echter, dat je blijft doen wat je deed. Voor creativiteit zijn – naast vertrouwen – cycli van divergente én convergente denkprocessen nodig[4]. Oftewel, je moet soms heel breed denken en soms juist weer heel gefocust denken. Die verschillende denkprocessen starten niet vanzelf, omdat het moeite kost om te switchen. Een ontwerptechniek zoals Design Thinking heeft vaste werkvormen die afwisselend divergent en convergent denken stimuleren en helpt bij het bereiken van creative confidence.

3. Breng in kaart wat losgelaten moet worden en sta hierbij stil

Leerlingen zijn niet gebaat bij te veel werk. Als zij stress ervaren, zullen ze minder goed gaan leren. ‘Less is more’ is daarom een belangrijk credo bij curriculumvernieuwing en dit betekent bijna altijd dat je als team afscheid moet nemen van iets dierbaars. Voor de Challenges hebben we destijds met de vakgroep afgesproken lestijd in te leveren en ons individuele vakcurriculum ‘slanker’ aan te bieden en te beperken tot de essentie.

Een innovatie kan ook met zich meebrengen dat er minder contacttijd met leerlingen zal zijn, of dat docenten elkaar minder zullen zien. Dit kan pijnlijk zijn. Probeer samen een realistisch beeld te schetsen en praat over welke impact dat heeft op teamleden. Als dit niet gebeurt, is het moeilijk om open te staan voor elkaars ideeën en voordelen van een vernieuwing. Of zoals Stephen R. Covey zegt: eerst luisteren, als je wilt dat er naar je wordt geluisterd.[5]

4. Zorg voor een team met leden uit de hele organisatie

Innovaties sneuvelen vaak in de implementatiefase. De school waar wij werkten, was jong en nog vol in opbouw, met een rector die vrijheid en vertrouwen als belangrijke waarden koesterde. De ontspanning die dit gaf, is vaak moeilijk te realiseren in een veeleisende schoolcontext. Als lerarenteams creatieve ideeën hebben, zijn zij daarom vaak nog niet in staat om hun context zó te beïnvloeden, dat ze kunnen realiseren wat ze bedenken. Lerarenteams ontberen in dat geval ‘een gedeelde kracht om gewenste resultaten te bereiken’. Dit wordt collective agency[6] genoemd.

Collective agency wordt bepaald door overtuigingen over het eigen kunnen van het team en ervaringen met samenwerking in het verleden. Een probaat middel tegen een gebrek aan collective agency kan vertical slicing zijn. Dit betekent dat je mensen uit alle lagen van de schoolorganisatie, alsook belanghebbenden van buiten de organisatie, aan een ontwerpteam toevoegt. Doordat er al in een vroeg stadium afstemming is en gezamenlijke ideeën gedragen worden, omzeil je miscommunicatie in de implementatiefase en wordt collective agency bevorderd.

5. De locatie doet ertoe

Leraren hebben elke dag te maken met een veelheid aan prikkels en verantwoordelijkheden. Soms is samenwerking fysiek onmogelijk wanneer je in de school blijft hangen, bijvoorbeeld omdat een collega toch nog even wordt weggeroepen voor gedoe met een mentorleerling. Een andere keer is een collega wel fysiek aanwezig bij het teamwerk, maar lukt het niet om te ontsnappen aan de meer routinematige denkwijze die past bij de dagelijkse realiteit. Voor innovatie is, zoals eerder gezegd, creativiteit nodig. Creatief denken en samenwerken vragen veel energie, denkruimte en een brede blik. Door te werken op een inspirerende externe locatie wordt de ruimte om te creëren letterlijk groter.

 

Conclusie

Voordat je dus met een ontwerpteam aan de slag gaat met curriculumvernieuwing, is het van belang om de voorwaarden op orde te hebben. De kans op slagen van de innovatie wordt groter als er goed nagedacht is over HOE een onderwijsteam samenwerkt. Als hier goed over is nagedacht, kan er synergie ontstaan. Dit maakt de kans van slagen van de innovatie niet alleen groter, het wordt er bovendien gewoon leuker van. En dat is ook belangrijk.

 

Noten

  1. Team Innovation, Daan van Knippenberg, 2017. Rotterdam School of Management, Erasmus University, Rev. Organ. Psychol. Organ. Behav. 2017. 4:211–33 https://doi.org/10.1146/annurev-orgpsych032516-113240

  2. ENHANCING GROUP CREATIVITY: THE SEARCH FOR SYNERGY Jonali Baruah and Paul B. Paulus (2009) Creativity in Groups Research on Managing Groups and Teams, Volume 12, 29–56 ISSN: 1534-0856/doi:10.1108/S1534-0856(2009)0000012005

  3. Thieke, M., van Leeuwen, B. (2013). Systemisch TransitieManagement. Boom. (p. 92, 93)

  4. Arthur Cropley (2006) In Praise of Convergent Thinking, Creativity Research Journal, 18:3, 391-404, DOI: 10.1207/s15326934crj1803_13

  5. Covey, S. (2010). De zeven eigenschappen van effectief leiderschap. Business contact.

  6. Exercise of Human Agency Through Collective Efficacy Albert Bandura, 200. Department of Psychology, Stanford University, Stanford, California

 

Authors

Delen:

Gerelateerd